Twee jaar geleden is het CiTA — Computers in Technical Applications — project gestart. Doel van dit project is de leerlingen kennis te laten opdoen in het aansturen van apparatuur met behulp van computers. Op die manier raken ze vertrouwd met een diversiteit aan sensoren en actuatoren — en de fysische beginselen die hieraan ten grondslag liggen — alsook het ontwikkelen van software voor de communicatie van de computer met de 'omringende wereld'. Het zelf schrijven van de software helpt bij de ontwikkeling van het vermogen technische problemen te analyseren en stimuleert het logisch denken.
Binnen de cursussen die voor het project zijn ontwikkeld maken we gebruik van de Raspberry Pi microcomputer en een diversiteit aan elektronica, variërend van LED's en sensoren tot een camera en een kleine programmeerbare robotarm. De programmeertaal die gebruikt wordt, is Python — zeer toegankelijk voor leerlingen op middelbare school niveau. Voor belangstellenden is een pdf versie van de handleiding opgenomen onder 'Documenten' op deze website. Voor niet-commerciële toepassingen kan deze handleiding kosteloos gebruikt worden met bron vermelding..
Ook dit jaar zijn een aantal workshops gegeven op Kalwala Secondary School. Vooral het programmeren van de robotarm was een succes. De leerlingen hebben met veel plezier en inzet aan de verschillende opdrachten gewerkt.
Ons ideaal is dat een cursus op dit gebied als een (keuze)vak op de middelbare scholen wordt aangeboden. Zoals dat ook elders — met name in Angelsaksische landen — gebeurt. Vooralsnog is de cursus ingebed in de JETS-club (Junior Engineers Technicians and Scientists). Bij hen is de apparatuur achtergelaten zodat ze onder begeleiding van de docenten zelf nieuwe projecten kunnen ontwikkelen.
De cursus werd eerder op de universiteit gegeven. De intentie was dit nu weer te doen bij de opleiding voor docenten. Helaas moest dit worden uitgesteld omdat de universiteit vanwege de cholera uitbraak elders in het land tijdelijk gesloten was.
Op onderstaande foto krijgen de leerlingen hun dagelijkse lunch. Naast het gebruik van de hal voor het eten tussen de middag en voor de leerlingen die niet dagelijks naar huis kunnen ook 's avonds, is de beschikbaarheid van hal belangrijk voor sociale activiteiten, examens en andere bijeenkomsten waar de hele school bij betrokken is.
In het begin werd in de schooltuin alleen mais verbouwd. Mais is het basisvoedsel in Zambia en wordt zowel 's middags als 's avonds gegeten. Vanuit het besef dat groenten een belangrijk onderdeel vormen in de samenstelling van de maaltijd, wordt nu ook kool verbouwd in de schooltuin. Andere groenten zoals tomaten, uien en verschillende soorten groene bladeren zullen volgen.
Kalwala Secondary School groeit. Dat geldt zowel voor de academische als de beroeps opleiding van de school. Totaal zijn er nu ongeveer 350 studenten. Gezien het aantal leerlingen op de toeleverende lagere scholen wordt voor de komende planperiode uitgegaan van een uitbreiding tot 400 a 450 leerlingen. Daarom worden nu met bijdragen van de ouders extra klaslokalen gebouwd. Geen geringe opgave want na de bouw moet er ook nog geld bijeengebracht worden voor meubilair. Maar onderwijs wordt belangrijk gevonden en daarom levert ieder een bijdrage naar vermogen. Onze stichting hoopt in de komende jaren eveneens een bijdrage te kunnen leveren aan de noodzakelijke uitbreiding van de school.